Inhoudsopgave
We raden aan dat u voor de opwaardering ook de informatie leest in Hoofdstuk 5, Kwesties waarvan u zich bewust moet zijn bij bullseye. In dat hoofdstuk worden mogelijke problemen behandeld die niet rechtstreeks in verband staan met het opwaarderingsproces zelf, maar waarvan het toch belangrijk is dat u erover geïnformeerd bent voor u met de opwaardering begint.
Het wordt sterk aanbevolen om een volledige back-up te maken voor u het systeem opwaardeert, of dat u minstens een reservekopie maakt van alle gegevens en alle configuratie-informatie die u zeker niet mag verliezen. Het opwaarderingsgereedschap en het opwaarderingsproces zijn behoorlijk betrouwbaar, maar een stoornis van de hardware middenin de opwaardering zou kunnen leiden tot een ernstig beschadigd systeem.
De belangrijkste zaken waarvan u een reservekopie zou moeten maken, zijn de
inhoud van /etc
, /var/lib/dpkg
en
van /var/lib/apt/extended_states
en de uitvoer van
dpkg --get-selections "*"
(de aanhalingstekens hebben hun
belang). Indien u aptitude gebruikt om de pakketten op uw
systeem te beheren, neemt u best ook een reservekopie van
/var/lib/aptitude/pkgstates
.
Het opwaarderingsproces zelf verandert niets in de map
/home
. Maar het is bekend dat sommige toepassingen
(bijv. onderdelen van de Mozilla-suite en de desktopomgevingen GNOME en KDE)
bestaande gebruikersinstellingen overschrijven met nieuwe standaardwaarden
wanneer de gebruiker voor het eerst een nieuwe versie van de toepassing
start. Bij wijze van voorzorg kunt u een reservekopie maken van de verborgen
bestanden en mappen (“dotfiles of puntbestanden”) in de
persoonlijke mappen van de gebruikers. Een dergelijke back-up kan helpen bij
het herstellen of het opnieuw creëren van de vroegere instellingen. Wellicht
wilt u uw gebruikers daarover ook inlichten.
Elke pakketinstallatiebewerking moet uitgevoerd worden met de voorrechten
van de superuser, dus als systeembeheerder. Daarom moet u zich ofwel
aanmelden als gebruiker root
of het commando
su of sudo gebruiken om de vereiste
toegangsrechten te verwerven.
De opwaardering stelt een aantal voorwaarden, waaraan vooraf voldaan moet worden. Controleer ze vooraleer u de opwaardering daadwerkelijk uitvoert.
Het is verstandig om alle gebruikers vooraf te informeren over elke opwaardering die u van plan bent uit te voeren, hoewel gebruikers die via een ssh-verbinding op uw systeem werken, weinig zouden mogen merken van de opwaardering en gewoon zouden moeten kunnen voortwerken.
Wenst u extra voorzorgsmaatregelen te nemen, maak dan voor de opwaardering
een reservekopie van de /home
-partitie of koppel ze af.
U zult een opwaardering van de kernel moeten uitvoeren bij het opwaarderen naar bullseye. Een herstart van het systeem zal dus nodig zijn. Gewoonlijk wordt dit gedaan na het afronden van de opwaardering.
Mogelijk levert uw systeem diensten die gekoppeld zijn aan pakketten die bij de opwaardering betrokken zijn. Is dit het geval, houd er dan rekening mee dat deze diensten tijdens de opwaardering gestopt zullen worden terwijl de betreffende pakketten vervangen en geconfigureerd worden. Gedurende die tijd zullen die diensten niet beschikbaar zijn.
De exacte duur van onbeschikbaarheid van deze diensten kan variëren, afhankelijk van het aantal pakketten dat op het systeem opgewaardeerd wordt. Ook de tijd die de systeembeheerder nodig heeft voor het beantwoorden van eventuele configuratievragen die gepaard gaan met de opwaardering van de pakketten, speelt daarin mee. Noteer dat als het opwaarderingsproces zonder toezicht verloopt en het systeem om invoer vraagt tijdens de opwaardering, er een grote kans bestaat dat diensten gedurende een significante periode onbeschikbaar[1] zullen blijven.
Indien het systeem dat opgewaardeerd wordt, cruciale diensten levert voor uw gebruikers of voor het netwerk[2], kunt u de periode van onbeschikbaarheid verkleinen door een minimale opwaardering van het systeem uit te voeren, zoals beschreven wordt in Paragraaf 4.4.4, “Een minimale opwaardering van het systeem”, daarna een opwaardering van de kernel uit te voeren, het systeem vervolgens opnieuw te starten en pas nadien de pakketten die verband houden met die cruciale diensten op te waarderen. Waardeer deze pakketten in een dergelijk geval op vooraleer u een "full upgrade", een volledige opwaardering, uitvoert zoals beschreven in Paragraaf 4.4.5, “Het systeem opwaarderen”. Op die manier kunt u ervoor zorgen dat deze cruciale diensten actief en beschikbaar zijn gedurende het proces van volledige opwaardering, zodat de tijd waarin ze onbeschikbaar zijn, beperkt gehouden wordt.
Hoewel Debian er tracht voor te zorgen dat uw systeem op elk moment tot opstarten in staat blijft, blijft er altijd een kans bestaan dat u na de opwaardering problemen ervaart bij het herstarten van het systeem. Mogelijke problemen die bekend zijn, worden in dit en de volgende hoofdstukken van deze notities bij de release behandeld.
Om die reden heeft het zin dat u voorbereidingen treft om in staat te zijn aan de situatie te verhelpen, mocht blijken dat het heropstarten van het systeem mislukt, of het herstellen van de netwerkfunctionaliteit bij vanop afstand beheerde systemen niet succesvol is.
Indien u de opwaardering via een ssh-verbinding vanop afstand uitvoert, is het aangeraden om de nodige voorzorgen te treffen, zodat u in staat bent toegang te hebben tot de server via een externe seriële terminal. De mogelijkheid bestaat dat u na het opwaarderen van de kernel en het herstarten van het systeem, via een lokale console de systeemconfiguratie zult moeten repareren. Ook is het mogelijk dat wanneer het systeem middenin de opwaardering per ongeluk herstart wordt, u via een lokale console herstelwerkzaamheden zult moeten uitvoeren.
Voor noodherstel bevelen we over het algemeen het gebruik aan van de reparatiemodus van de Debian Installer van bullseye. Het voordeel van het gebruik van het installatiesysteem is dat u de keuze heeft uit zijn talrijke methodes om er die uit te kiezen die het beste aansluit bij uw situatie. Voor bijkomende informatie kunt u de paragraaf “Een defect systeem herstellen” uit hoofdstuk 8 van de Installatiehandleiding raadplegen en ook de Debian Installer FAQ.
Indien dat mislukt zult u een andere manier moeten vinden om uw systeem op
te starten, zodat u er toegang toe krijgt en het kunt herstellen. Een
mogelijkheid is een speciaal reparatie-image gebruiken of een live installatie-image. Nadat
u daarmee het systeem opgestart heeft, zou u in staat moeten zijn het
basisbestandssysteem ervan aan te koppelen en die omgeving terug binnen te
gaan met het commando chroot
om het probleem te
onderzoeken en te repareren.
Het pakket initramfs-tools
voegt een
debug-shell[3] toe aan het initrds dat het
genereert. Indien bijvoorbeeld het initrd er niet in slaagt om uw
basisbestandssysteem aan te koppelen, zult u terechtkomen in die debug-shell
waarin basiscommando's ter beschikking staan die u kunnen helpen om het
probleem op te sporen en te onderzoeken en het eventueel te repareren.
Basisgegevens die u moet controleren zijn: de aanwezigheid van correcte
apparaatbestanden in /dev
; welke modules geladen zijn
(cat /proc/modules
); de uitvoer van
dmesg op foutmeldingen over het laden van
stuurprogramma's. De uitvoer van dmesg zal ook laten zien
welk apparaatbestand toegewezen werd aan welke schijf; u moet dit toetsen
aan de uitvoer van echo $ROOT
om er zeker van te zijn dat
het basisbestandssysteem zich op het verwachte apparaat bevindt.
Indien u er in slaagt het probleem te verhelpen, kunt u de debug-shell
verlaten door exit
te typen en vervolgens zal het
opstartproces verdergaan op het punt waarop het mislukte. Natuurlijk zult u
ook het onderliggende probleem moeten repareren en het initrd opnieuw moeten
genereren, zodat de volgende herstart niet opnieuw mislukt.
Indien onder systemd het opstarten mislukt, kunt u een debug-shell voor root
krijgen door de commandoregel voor de kernel aan te passen. Indien basaal
opstarten wel lukt, maar sommige diensten niet willen starten, kan het
nuttig zijn om systemd.unit=rescue.target
toe te voegen
aan de parameters voor de kernel.
Anders zal de kernelparameter
systemd.unit=emergency.target
u zo vroeg mogelijk een
root-shell leveren. Dit gebeurt echter voordat het basisbestandssysteem
aangekoppeld wordt met lees- en schrijfrechten. U zult dit handmatig moeten
doen met:
# mount -o remount,rw /
Meer informatie over het onderzoeken en repareren van een defect opstartproces onder systemd is te vinden in het artikel Diagnosing Boot Problems.
Belangrijk | |
---|---|
Indien u bepaalde VPN-diensten (zoals |
Om bij het vanop afstand opwaarderen een extra veiligheidsmarge in te bouwen, suggereren we dat u de opwaarderingsprocessen uitvoert in de virtuele console die door het programma screen geleverd wordt. Dit laat toe om op een veilige manier opnieuw verbinding te maken en garandeert dat het opwaarderingsproces niet onderbroken wordt, zelfs als de externe verbinding tijdelijk faalt.
Het opwaarderingsproces dat in dit hoofdstuk beschreven wordt, is uitgetekend voor systemen met een “zuivere” versie van Debian stable. APT stuurt wat er op uw systeem wordt geïnstalleerd. Indien uw configuratie van APT naast buster nog andere pakketbronnen bevat, of indien u pakketten geïnstalleerd heeft van andere releases of van derden, dan zou u kunnen beginnen met het verwijderen van die complicerende factoren om er zeker van te zijn dat het opwaarderingsproces op een betrouwbare wijze verloopt.
Het primaire configuratiebestand dat gebruikt wordt door APT om uit te maken
vanaf welke pakketbronnen pakketten gedownload moeten worden, is
/etc/apt/sources.list
, maar het kan ook gebruik maken
van bestanden uit de map /etc/apt/sources.list.d/
. Zie
sources.list(5)
voor details. Indien uw systeem gebruik maakt van meerdere
pakketbronbestanden, moet u ervoor zorgen dat deze consistent blijven.
Rechtstreekse opwaarderingen vanaf Debian-releases ouder dan 10 (buster) worden niet ondersteund. U kunt uw Debian-versie weergeven met:
$ cat /etc/debian_version
Volg de instructies uit de Notities bij de uitgave van Debian 10 om eerst naar Debian 10 op te waarderen.
Hieronder worden twee methodes aangereikt om geïnstalleerde pakketten te vinden die niet van Debian afkomstig zijn. De ene met aptitude en de andere met apt-forktracer. Houd er rekening mee dat geen van beide 100% accuraat werkt (het voorbeeld met aptitude levert bijvoorbeeld ook pakketten op die ooit door Debian geleverd werden maar nu niet meer, zoals oude kernelpakketten).
$ aptitude search '?narrow(?installed, ?not(?origin(Debian)))' $ apt-forktracer | sort
Deze werkwijze veronderstelt dat uw systeem reeds opgewaardeerd is naar de recentste onderversie of tussenrelease (point release) van buster. Is dat nog niet gebeurd of weet u het niet, volg dan de instructies uit Paragraaf A.1, “Uw buster-systeem opwaarderen”.
U moet er voor zorgen dat de pakketdatabank klaar is voor u doorgaat met de
opwaardering. Indien u een ander programma voor pakketbeheer gebruikt, zoals
aptitude
of synaptic
, moet u nakijken of er mogelijk acties
in de wachtrij staan. Indien er in het programma voor pakketbeheer ingepland
staat dat een pakket geïnstalleerd of verwijderd moet worden, kan dit
interfereren met de opwaarderingsprocedure. Merk op dat u dit enkel kunt
corrigeren als uw pakketbronbestanden voor APT nog steeds verwijzen naar
buster en niet naar
stable of bullseye; zie Paragraaf A.2, “Het controleren van uw bronnenlijstbestanden voor APT”.
Het is een goede praktijk om voor de opwaardering verouderde pakketten te verwijderen van uw systeem. Ze kunnen complicaties veroorzaken tijdens het opwaarderingsproces en ze kunnen veiligheidsrisico's inhouden omdat ze niet langer onderhouden worden.
Een eerdere upgrade heeft mogelijk ongebruikte kopieën van configuratiebestanden achtergelaten; oude versies van configuratiebestanden, versies geleverd door de pakketbeheerders, enz. Het verwijderen van overgebleven bestanden van eerdere upgrades kan verwarring voorkomen. Zoek dergelijke overgebleven bestanden met:
# find /etc -name '*.dpkg-*' -o -name '*.ucf-*' -o -name '*.merge-error'
Voor APT-bronregels die verwijzen naar het beveiligingsarchief, is de opmaak
enigszins gewijzigd samen met de releasenaam, gaande van
buster/updates
naar bullseye-security
;
zie Paragraaf 5.1.3, “Gewijzigde indeling van het beveiligingsarchief”.
Indien u in uw pakketbronbestanden voor APT de archiefafdeling
proposed-updates
opgenomen heeft, moet u die vermelding
verwijderen vooraleer u uw systeem probeert op te waarderen. Dit is een
voorzorgsmaatregel om de kans op conflicten te verkleinen.
Als u op uw systeem pakketten heeft die niet van Debian afkomstig zijn, moet u weten dat deze tijdens de opwaardering eventueel verwijderd kunnen worden wegens tegenstrijdige vereisten. Indien deze pakketten geïnstalleerd werden via het toevoegen van een extra pakketarchief in uw pakketbronbestanden voor APT, ga dan na of dat archief ook pakketten aanbiedt die gecompileerd werden voor bullseye en pas die pakketbronregel dienovereenkomstig aan op hetzelfde moment waarop u de pakketbronregels voor de pakketten van Debian aanpast.
Het is mogelijk dat sommige gebruikers op hun buster-systeem “recentere” versies hebben, afkomstig van niet-officiële backports (voor de stabiele release geschikt gemaakte recentere softwareversies), van pakketten die wel degelijk in Debian aanwezig zijn. Dergelijke pakketten hebben een grote kans om tijdens de opwaardering voor problemen te zorgen, vermits ze kunnen leiden tot bestandsconflicten[4]. Paragraaf 4.5, “Mogelijke problemen tijdens de opwaardering” bevat enig informatie over hoe u met bestandsconflicten kunt omgaan mochten die zich manifesteren.
Indien u APT geconfigureerd heeft om bepaalde pakketten te installeren uit
een andere distributie dan uit stable (bijvoorbeeld uit testing), zult u de
configuratie voor APT pinning (opgeslagen in
/etc/apt/preferences
en
/etc/apt/preferences.d/
) moeten wijzigen om de
opwaardering van pakketten naar versies uit de nieuwe stabiele release
mogelijk te maken. Bijkomende informatie over APT-verankering (pinning) is
te vinden in de man-pagina apt_preferences(5).
Ongeacht de gebruikte methode van opwaarderen is het aanbevolen om eerst de toestand van alle pakketten te controleren en na te gaan of alle pakketten zich in een opwaardeerbare toestand bevinden. Het volgende commando toont pakketten die een status hebben van Half-Installed (gedeeltelijk geïnstalleerd) of Failed-Config (mislukte configuratie) en de pakketten met een foutstatus.
# dpkg --audit
U kunt de toestand van alle pakketten op uw systeem ook controleren met aptitude of met commando's zoals
# dpkg -l | pager
of
# dpkg --get-selections "*" > ~/curr-pkgs.txt
Het is wenselijk om eventuele 'hold'-markeringen (pakketten die gemarkeerd staan als te handhaven in de huidige versie) voor de opwaardering te verwijderen. Indien een pakket dat essentieel is voor de opwaardering als te handhaven gemarkeerd staat, zal de opwaardering mislukken.
Merk op dat aptitude een andere methode gebruikt dan apt en dselect om te registreren dat een pakket op de huidige versie gehandhaafd moet worden. U kunt de pakketten die voor aptitude als te handhaven geboekt staan, vinden met
# aptitude search "~ahold"
Wilt u nagaan welke pakketten voor apt als te handhaven ingesteld staan, dan moet u het volgende commando gebruiken
# dpkg --get-selections | grep 'hold$'
Indien u lokaal een pakket aanpaste en opnieuw compileerde, maar het geen andere naam gaf of geen epoch in het versienummer opnam, dan moet u het markeren als te handhaven (on hold) om te voorkomen dat het opgewaardeerd wordt.
U kunt voor apt de “hold”-status (te handhaven) van een pakket wijzigen met:
# echo package_name
hold | dpkg --set-selections
Vervang hold
door install
om de
“hold”-status (de 'te handhaven'-status) ongedaan te maken.
Als er nog iets is dat u moet repareren, is het best om ervoor te zorgen dat uw pakketbronbestanden voor APT nog blijven verwijzen naar buster, zoals uitgelegd werd in Paragraaf A.2, “Het controleren van uw bronnenlijstbestanden voor APT”.
Voor u met opwaarderen begint moet u de pakketbronbestanden voor APT
(/etc/apt/sources.list
en bestanden onder
/etc/apt/sources.list.d/
) opnieuw configureren om
bronnen toe te voegen voor bullseye
en normaal ook
om bronnen voor buster
te verwijderen.
APT houdt rekening met alle pakketten die via een van de geconfigureerde archieven te vinden zijn en installeert het pakket met het hoogste versienummer. Daarbij geeft het voorrang aan het eerste item in de bestanden. Dus indien u gebruik maakt van verschillende spiegelserverlocaties, moet u eerst deze op lokale harde schijven vermelden, dan cd's en vervolgens externe spiegelservers.
Dikwijls kan naar een uitgave verwezen worden met zijn codenaam
(bijv. buster
,
bullseye
) en met zijn statusnaam
(d.w.z. oldstable
, stable
,
testing
, unstable
). Naar een uitgave
verwijzen met de codenaam ervan heeft het voordeel dat u nooit verrast zult
worden door een nieuwe uitgave. Om die reden gebruiken we hier deze
benadering. Dit betekent natuurlijk dat u zelf zult moeten uitkijken naar de
aankondiging van een nieuwe uitgave. Maakt u daarentegen gebruik van de
statusnaam, dan zult u van zodra een release plaats vond, merken dat er voor
een massa pakketten updates beschikbaar gekomen zijn.
Debian gebruikt twee mailinglijsten voor het doen van aankondigingen, zodat u op de hoogte kunt blijven van relevante informatie over de releases van Debian:
Door in te tekenen
op de Debian mailinglijst voor aankondigingen krijgt u een
kennisgeving telkens Debian een nieuwe uitgave brengt. Bijvoorbeeld op het
moment dat bullseye
van testing
overgaat naar stable
.
Door in te tekenen op de Debian mailinglijst voor beveiligingsaankondigingen ontvangt u een kennisgeving telkens Debian een beveiligingsaankondiging publiceert.
Op nieuwe installatie is de standaardinstelling dat APT gebruik maakt van de CDN-dienst van Debian, hetgeen er moet voor zorgen dat pakketten automatisch gedownload worden van een spiegelserver die zich in netwerktermen dicht in de buurt bevindt. Vermits het een relatief recente dienst betreft, is het mogelijk dat in de configuratie van oudere installaties nog steeds verwezen wordt naar een van de centrale internetservers van Debian of naar een van de spiegelservers. Indien u dit nog niet gedaan heeft, wordt u aangeraden om over te schakelen op het gebruik van de CDN-dienst in uw configuratie van APT.
Om gebruik te maken van de CDN-dienst, moet u een regel zoals deze toevoegen
aan uw pakketbronconfiguratie van APT (in de veronderstelling dat u gebruik
maakt van main
en contrib
):
deb http://deb.debian.org/debian bullseye main contrib
Nadat u de nieuwe pakketbronnen toegevoegd heeft, moet u de eerdere
“deb
”-regels deactiveren door er een
hash-teken (#
) voor te plaatsen.
Indien u echter betere resultaten bekomt door een specifieke spiegelserver te gebruiken die in netwerktermen dicht bij u in de buurt is, heeft u nog steeds die mogelijkheid.
De adressen van Debian spiegelservers zijn te vinden op https://www.debian.org/distrib/ftplist (kijk bij de paragraaf met als titel “Lijst van Debian spiegelservers”).
Bijvoorbeeld, veronderstel dat de dichtstbijzijnde Debian spiegelserver
http://mirrors.kernel.org
is. Als u op deze spiegelserver
met een webbrowser gaat kijken, dan zult u merken dat de hoofdmappen op de
volgende manier georganiseerd zijn:
http://mirrors.kernel.org/debian/dists/bullseye/main/binary-amd64/... http://mirrors.kernel.org/debian/dists/bullseye/contrib/binary-amd64/...
Om APT in te stellen op het gebruik van een specifieke spiegelserver, moet u
een regel als deze toevoegen (opnieuw in de veronderstelling dat u gebruik
maakt van main
en contrib
):
deb http://mirrors.kernel.org/debian bullseye main contrib
Merk op dat “dists
” impliciet toegevoegd
wordt en dat de argumenten na de naam van de release gebruikt worden om het
pad uit te breiden tot meerdere mappen.
Opnieuw moet u na het toevoegen van de nieuwe pakketbronnen de voorheen bestaande archiefregels uitschakelen.
In plaats van externe pakketspiegelservers te gebruiken, kunt u de pakketbronbestanden voor APT ook instellen om gebruik te maken van een spiegelserver op een lokale harde schijf (mogelijk aangekoppeld over NFS).
Bijvoorbeeld, uw pakketspiegelserver bevindt zich onder
/var/local/debian/
en heeft de volgende hoofdmappen:
/var/local/debian/dists/bullseye/main/binary-amd64/... /var/local/debian/dists/bullseye/contrib/binary-amd64/...
Om met apt
van deze spiegelserver
gebruik te maken, voegt u deze regel toe aan het bestand
sources.list
:
deb file:/var/local/debian bullseye main contrib
Merk op dat “dists
” impliciet toegevoegd
wordt en dat de argumenten na de naam van de release gebruikt worden om het
pad uit te breiden tot meerdere mappen.
Nadat u de nieuwe pakketbronnen toegevoegd heeft, moet u de eerder bestaande
archiefitems in de pakketbronbestanden voor APT deactiveren door er een
hash-teken (#
) voor te plaatsen.
Indien u enkel dvd's (of cd's of blu-raydiscs) wenst te
gebruiken, moet u de bestaande items in alle pakketbronbestanden voor APT
deactiveren door er een hash-teken (#
) voor te plaatsen.
Controleer of /etc/fstab
een regel bevat die het
mogelijk maakt om uw cd-station aan te koppelen aan het aankoppelpunt
/media/cdrom
. Indien bijvoorbeeld
/dev/sr0
uw cd-station is, moet
/etc/fstab
een regel bevatten zoals deze:
/dev/sr0 /media/cdrom auto noauto,ro 0 0
Merk op dat er geen spaties mogen staan tussen de
woorden noauto,ro
in het vierde veld.
Om na te gaan of het werkt, kunt u een cd in het station plaatsen en de volgende commando's uitvoeren:
# mount /media/cdrom # hiermee koppelt u de cd aan het aankoppelpunt aan # ls -alF /media/cdrom # dit moet de inhoud tonen van de basismap van de cd # umount /media/cdrom # hiermee ontkoppelt u de cd opnieuw
Voer vervolgens het volgende commando uit:
# apt-cdrom add
voor elke cd met Debian-pakketten waarover u beschikt, om zo de gegevens over elke cd toe te voegen aan de databank van APT.
De aanbevolen wijze om op te waarderen vanaf eerdere releases van Debian, is het pakketbeheergereedschap apt gebruiken.
Opmerking | |
---|---|
apt is bedoeld voor interactief gebruik en zou niet mogen gebruikt worden in scripts. In scripts moet men apt-get gebruiken, dat een stabiele uitvoer heeft welke beter geschikt is voor verwerking. |
Vergeet niet alle partities die nodig zijn (in het bijzonder de
root-partitie en de /usr
-partitie), aan te koppelen
voor lezen en schrijven met een commando zoals:
# mount -o remount,rw /aankoppelpunt
Nadien moet u zeker nog eens controleren of de vermeldingen van de
pakketbronnen voor APT (in /etc/apt/sources.list
en in
de bestanden in /etc/apt/sources.list.d/
) ofwel
verwijzen naar “bullseye
” of naar
“stable
”. Er zouden geen
pakketbronvermeldingen mogen verwijzen naar buster.
Opmerking | |
---|---|
Regels waarin een cd als pakketbron functioneert, verwijzen soms naar
“ |
Het wordt sterk aanbevolen dat u het programma /usr/bin/script gebruikt om een transcriptie te maken van de opwaarderingssessie. Als er zich dan een probleem voordoet, zult u een logboekbestand hebben met een beschrijving van wat er gebeurde en kunt u zo nodig exacte informatie geven in een bugrapport. Om het opnemen te starten, typt u:
# script -t 2>~/upgrade-bullseyestap
.time -a ~/upgrade-bullseyestap
.script
of iets dergelijks. Indien u het script opnieuw moet starten (bijv. als u
het systeem moet herstarten), gebruik dan andere waarden voor
stap
om een aanduiding te hebben over voor welke
stap in het opwaarderingsproces u een logboekbestand aanmaakt. Laat het
script zijn logboekbestand niet in een tijdelijke map, zoals
/tmp
of /var/tmp
plaatsen
(bestanden in deze mappen kunnen verwijderd worden tijdens de opwaardering
of bij een herstart van de computer).
De transcriptie zal u ook de mogelijkheid bieden om informatie na te kijken
die tijdens de opwaardering over het scherm wegscrolde. Als u zich aan de
console van het systeem bevindt, moet u gewoon overschakelen naar VT2 (met
Alt+F2)
en nadat u aangemeld bent, het commando less -R
~root/upgrade-bullseye.script
gebruiken om het bestand in te
kijken.
Nadat u de opwaardering afgerond heeft, kunt u het programma
script stoppen door aan de prompt exit
te typen.
apt zal ook een logboek bijhouden van de gewijzigde
toestand van pakketten in /var/log/apt/history.log
en
van de uitvoer naar de terminal in
/var/log/apt/term.log
. dpkg zal
daarenboven een logboek van alle wijzigingen aan de toestand van pakketten
bijhouden in /var/log/dpkg.log
. Indien u
aptitude gebruikt, zal ook dit programma een logboek van
de wijzigingen bijhouden in /var/log/aptitude
.
Indien u het programma script met de schakeloptie -t gebruikte, kunt u het programma scriptreplay gebruiken om de hele sessie opnieuw af te spelen:
# scriptreplay ~/upgrade-bullseyestep
.time ~/upgrade-bullseyestep
.script
Eerst moet de lijst met beschikbare pakketten uit de nieuwe uitgave opgehaald worden. Dit gebeurt met het volgende commando:
# apt update
Opmerking | |
---|---|
Gebruikers van apt-secure kunnen problemen ondervinden wanneer ze aptitude of apt-get gebruiken. Voor apt-get kunt u apt-get update --allow-releaseinfo-change gebruiken. |
Vooraleer u uw systeem opwaardeert moet u ervoor zorgen dat u voldoende
vrije schijfruimte zult hebben als u begint aan de fase van volledige
opwaardering van het systeem, welke beschreven wordt in Paragraaf 4.4.5, “Het systeem opwaarderen”. Eerst worden alle pakketten die geïnstalleerd
moeten worden en die over het netwerk opgehaald moeten worden, opgeslagen in
/var/cache/apt/archives
(en, tijdens het downloaden, in
de onderliggende map partial/
). Daarom moet u de
zekerheid hebben dat u op de bestandssysteempartitie waarop
/var/
zich bevindt, voldoende ruimte beschikbaar heeft
om tijdelijk de pakketten die op uw systeem geïnstalleerd zullen worden,
ernaartoe te downloaden. Nadat het downloaden afgelopen is, zult u
vermoedelijk ook op andere bestandssysteempartities extra ruimte nodig
hebben, niet enkel om de pakketten die opgewaardeerd worden te installeren
(waarvan de uitvoerbare bestanden of de bestanden met data mogelijk groter
zijn), maar ook voor het installeren van nieuwe pakketten die ten gevolge
van de opwaardering noodzakelijk geworden zijn. Als uw systeem niet
voldoende schijfruimte beschikbaar heeft, kunt u eindigen met een niet
volledig opgewaardeerd systeem dat nog moeilijk te repareren valt.
apt kan u gedetailleerde informatie geven over de schijfruimte die voor de installatie vereist is. Voor u met de opwaardering start, kunt u daarvan een schatting krijgen met het commando:
# apt -o APT::Get::Trivial-Only=true full-upgrade [ ... ] XXX opgewaardeerd, XXX nieuw geïnstalleerd, XXX te verwijderen en XXX niet opgewaardeerd. Moet xx.xMB archieven ophalen. Na deze operatie zal AAAMB bijkomende schijfruimte gebruikt worden.
Opmerking | |
---|---|
Als u dit commando uitvoert bij de aanvang van het opwaarderingsproces, kunt u een foutmelding krijgen omwille van de redenen die in de paragrafen hierna beschreven worden. In een dergelijk geval zult u moeten wachten tot na de minimale opwaardering van het systeem, zoals beschreven in Paragraaf 4.4.4, “Een minimale opwaardering van het systeem”, om dit commando uit te voeren en het de vereiste schijfruimte te laten schatten. |
Indien u onvoldoende vrije ruimte voor de opwaardering heeft, zal apt u met een melding zoals deze waarschuwen:
E: U heeft onvoldoende vrije ruimte in /var/cache/apt/archives/.
Als die situatie zich voordoet, moet u vooraf voldoende vrije ruimte maken. U kunt:
Pakketten verwijderen die vroeger werden gedownload om geïnstalleerd te
worden (in /var/cache/apt/archives
). Als u de
pakketcache opruimt met het commando apt clean, zullen
alle eerder gedownloade pakketbestanden verwijderd worden.
Vergeten pakketten verwijderen. Indien u aptitude of apt gebruikte om in buster handmatig pakketten te installeren, zullen die gereedschappen bijgehouden hebben dat u die pakketten handmatig installeerde. Deze programma's voor pakketbeheer zijn in staat om pakketten, die enkel geïnstalleerd werden omdat ze door andere pakketten vereist werden, als overbodig te markeren, wanneer de pakketten die aan hen behoefte hadden, zelf verwijderd werden. Maar pakketten die u handmatig installeerde, zullen zij nooit als te verwijderen markeren. Om automatisch geïnstalleerde pakketten die niet langer gebruikt worden te verwijderen, geeft u het commando:
# apt autoremove
U kunt ook deborphan, debfoster of cruft gebruiken om overbodige pakketten op te sporen. Verwijder niet blindweg alle pakketten die door deze programma's voorgesteld worden, zeker als u ze gebruikt met opties die niet standaard zijn en agressief zijn en die de kans op valse positieven vergroten. Het wordt sterk aangeraden om handmatig de pakketten te onderzoeken (d.w.z. hun inhoud, grootte en beschrijving) waarvan deze programma's de verwijdering voorstellen, vooraleer ze daadwerkelijk te verwijderen.
Verwijder pakketten die teveel ruimte in beslag nemen en die momenteel niet
nodig zijn (u kunt ze altijd opnieuw installeren na de opwaardering). Indien
u popularity-contest
installeerde,
kunt u het commando popcon-largest-unused gebruiken voor
een lijst van niet gebruikte pakketten die de meeste ruimte in beslag
nemen. Om gewoon te weten welke pakketten de meeste schijfruimte in beslag
nemen, kunt u het commando dpigs (uit het pakket
debian-goodies
) gebruiken of
wajig (met het commando wajig
size
). Ook met aptitude
kunt u ze vinden. Start aptitude in
volledige-terminalmodus, selecteer
→ , druk op l en voer
~i
in, druk daarna op S en voer
~installsize
in. Dit zal u een lijst geven waarmee u op
een handige manier kunt werken.
Verwijder vertalingen en taaldefinitiebestanden van het systeem als ze niet
nodig zijn. U kunt het pakket localepurge
installeren en het zo configureren
dat enkel een paar geselecteerde taaldefinities behouden worden op het
systeem. Hierdoor zult u de schijfruimte die door
/usr/share/locale
gebruikt wordt, beperken.
Verplaats de systeemlogboekbestanden onder /var/log/
tijdelijk naar een ander systeem of verwijder ze definitief.
Gebruik een tijdelijke /var/cache/apt/archives
: u kunt
een tijdelijke cachemap gebruiken op een ander bestandssysteem
(USB-opslagapparaat, een tijdelijke harde schijf, een
bestandssysteem dat al in gebruik is, ...)
Opmerking | |
---|---|
Gebruik geen bestandssysteem dat via NFS aangekoppeld is, aangezien de netwerkverbinding tijdens de opwaardering onderbroken kan worden. |
Indien u bijvoorbeeld een USB-schijf aangekoppeld heeft
op /media/usbkey
:
verwijder de pakketten die eerder gedownload werden met het oog op installatie:
# apt clean
kopieer de map /var/cache/apt/archives
naar de
USB-schijf:
# cp -ax /var/cache/apt/archives /media/usbkey/
koppel de tijdelijke cachemap aan op de huidige:
# mount --bind /media/usbkey/archives /var/cache/apt/archives
herstel na de opwaardering de originele
/var/cache/apt/archives
-map:
# umount /var/cache/apt/archives
verwijder de achtergebleven /media/usbkey/archives
.
U kunt de tijdelijke cachemap aanmaken op om het even welk bestandssysteem dat aan uw systeem aangekoppeld is.
Voer een minimale opwaardering van het systeem uit (zie Paragraaf 4.4.4, “Een minimale opwaardering van het systeem”) of partiële opwaarderingen gevolgd door een volledige opwaardering. Dit maakt het mogelijk om het systeem gedeeltelijk op te waarderen en de pakketcache leeg te maken vooraleer de volledige opwaardering uit te voeren.
Merk op dat om het verwijderen van pakketten veilig te laten verlopen, het aangeraden is om uw pakketbronbestanden voor APT terug in te stellen op buster, zoals beschreven wordt in Paragraaf A.2, “Het controleren van uw bronnenlijstbestanden voor APT”.
Belangrijk | |
---|---|
Als u vanop afstand opwaardeert, houd dan rekening met Paragraaf 5.1.23, “Tijdens de opwaardering zijn geen nieuwe SSH-verbindingen mogelijk”. |
In sommige gevallen kan het onmiddellijk uitvoeren van een volledige opwaardering (zoals die hieronder beschreven wordt) leiden tot het verwijderen van een groot aantal pakketten die u wenst te behouden. Daarom bevelen we u een opwaardering in twee fases aan: eerst een minimale opwaardering uitvoeren om de conflicten uit te schakelen die aanleiding geven tot dat fenomeen en daarna een volledige opwaardering uitvoeren, zoals beschreven in Paragraaf 4.4.5, “Het systeem opwaarderen”.
Om dit te bereiken geeft u eerst het commando
# apt upgrade --without-new-pkgs
Dit heeft de opwaardering tot gevolg van die pakketten die opgewaardeerd kunnen worden zonder dat andere pakketten verwijderd of geïnstalleerd moeten worden.
Een minimale opwaardering van het systeem kan ook nuttig zijn als het systeem slechts over beperkte opslagruimte beschikt en een volledige opwaardering omwille van opslagruimtebeperkingen niet toegepast kan worden.
Indien het pakket apt-listchanges
geïnstalleerd is, zal het (bij zijn standaardconfiguratie) paginagewijs
belangrijke informatie over opgewaardeerde pakketten laten zien na het
downloaden van de pakketten. Druk na het lezen van de informatie op
q om de paginagewijze weergave te verlaten en voort te gaan
met de opwaardering.
Nadat u de voorgaande stappen gezet heeft, bent u nu klaar om voort te gaan met het belangrijkste onderdeel van de opwaardering. Voer het volgende commando uit:
# apt full-upgrade
Dit zal een volledige opwaardering van het systeem uitvoeren, de meest recente beschikbare versies van alle pakketten installeren, een oplossing bieden voor alle mogelijke gewijzigde vereisten (meestal nieuwe bibliotheekversies of hernoemde pakketten), welke pakketten hebben vergeleken bij de vorige uitgave, en alle in de weg zittende verouderde pakketten verwijderen.
Indien u de opwaardering uitvoert met een set cd's/dvd's/BD's, zult u wellicht op verschillende momenten tijdens de opwaardering gevraagd worden een specifieke schijf in het station te plaatsen. Het is mogelijk dat u verschillende malen dezelfde schijf in het station moet plaatsen. Dit heeft te maken met pakketten die met elkaar verband houden en verspreid over de verschillende schijven opgeslagen werden.
Momenteel geïnstalleerde pakketten die niet opgewaardeerd kunnen worden naar
een recentere versie zonder de installatiestatus van een ander geïnstalleerd
pakket te wijzigen, zullen op hun huidige versie behouden blijven (dit wordt
als “gehandhaafd” weergegeven). Dit kan opgelost worden door
ofwel aptitude te gebruiken om deze pakketten te
selecteren als te installeren pakketten of door het commando apt
install
te gebruiken.
pakket
In de volgende paragrafen worden bekende problemen beschreven die zich eventueel kunnen manifesteren bij een opwaardering naar bullseye.
In sommige gevallen kan de stap apt full-upgrade na het downloaden van de pakketten mislukken met:
E: Kon de onmiddellijke configuratie voor 'pakket
' niet uitvoeren. Raadpleeg man 5 apt.conf onder APT::Immediate-Configure voor bijzonderheden.
Als dit zich voordoet, zou het mogelijk moeten zijn om de opwaardering voort te zetten door apt full-upgrade -o APT::Immediate-Configure=0 als commando te gebruiken.
Een andere mogelijke oplossing voor dit probleem is om tijdelijk zowel de pakketbronnen voor buster als voor bullseye op te nemen in uw pakketbronbestanden voor APT en het commando apt update te geven.
Het proces van opwaarderen naar bullseye kan om het verwijderen van pakketten vragen. De exacte lijst van pakketten kan verschillen, afhankelijk van welke pakketten op uw systeem geïnstalleerd zijn. In deze notities bij de release worden algemene adviezen in verband met deze verwijderingen gegeven, maar bij twijfel is het aangeraden om bij elke gebruikte opwaarderingsmethode de voorgestelde pakketverwijderingen te onderzoeken vooraleer verder te gaan. Meer informatie over in bullseye verouderde pakketten vindt u in Paragraaf 4.8, “Verouderde pakketten”.
Soms is het noodzakelijk om in APT de optie
APT::Force-LoopBreak
te activeren om in staat te zijn om
tijdelijk een essentieel pakket te verwijderen omwille van een vicieuze
cirkel van het type 'Conflicts/Pre-Depends' ('Is tegenstrijdig met/Heeft als
voorvereiste'). apt zal u over een dergelijk probleem
waarschuwen en de opwaardering afbreken. U kunt dit probleem omzeilen door
aan de commandoregel van apt de optie -o
APT::Force-LoopBreak=1
op te geven.
Het is mogelijk dat de vereistenstructuur van een systeem dermate defect is dat een manuele interventie noodzakelijk is. Gewoonlijk betekent dit dat apt gebruikt zal moeten worden of
# dpkg --remove pakket_naam
om sommige van de voor problemen zorgende pakketten uit de weg ruimen, of
# apt -f install # dpkg --configure --pending
In extreme gevallen kan het gebeuren dat u herinstallatie moet forceren met een commando zoals
# dpkg --install /pad/naar/pakket_naam.deb
Bestandsconflicten zouden zich niet mogen voordoen als u een “zuiver” buster-systeem opwaardeert, maar ze kunnen wel optreden als u niet-officiële backports (een na een release verschenen recentere pakketversie die voor die release geschikt gemaakt werd) geïnstalleerd heeft. Bij een bestandsconflict krijgt u een foutmelding zoals:
Uitpakken van<pakket-foo>
(uit<pakket-foo-bestand>
) ... dpkg: fout bij het verwerken van<pakket-foo>
(--install): poging tot overschrijven van `<een-bestands-naam>
', ook aanwezig in pakket<pakket-bar>
dpkg-deb: subproces plakken gedood door signaal (Defecte pijp) Er deden zich fouten voor bij het verwerken van:<pakket-foo>
U kunt een bestandsconflict proberen op te lossen door het pakket dat op de laatste regel van de foutmelding vermeld wordt, geforceerd te verwijderen:
# dpkg -r --force-depends pakket_naam
Nadat u dit gerepareerd heeft, zou u in staat moeten zijn om de opwaardering te hervatten door de eerder beschreven apt-commando's nogmaals uit te voeren.
Tijdens de opwaardering zult u vragen krijgen in verband met de configuratie
of de herconfiguratie van verschillende pakketten. Wanneer u gevraagd wordt
of een bestand in de map /etc/init.d
of het bestand
/etc/manpath.config
moet vervangen worden door de
versie van de pakketonderhouder, is het meestal nodig om te antwoorden met
“yes” om de consistentie van het systeem te verzekeren. U kunt
steeds terugkeren naar de oudere versie, vermits die bewaard zal worden met
de extensie .dpkg-old
.
Indien u twijfelt wat u moet doen, kunt u de naam van het pakket of het bestand noteren en de zaak uitzoeken op een later moment. U kunt in het transcriptiebestand de informatie die tijdens de opwaardering op het scherm verscheen, nog eens nalezen.
Indien u de lokale console van het systeem gebruikt om de opwaardering uit te voeren, kunt u ondervinden dat u op sommige momenten tijdens de opwaardering plots een ander scherm te zien krijgt en het zicht op het verloop van het opwaarderingsproces verloren bent. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren op systemen met een grafische interface wanneer de beeldschermbeheerder opnieuw opgestart wordt.
Om de console te herstellen waarop de opwaardering liep, zult u de toetsencombinatie Ctrl+Alt+F1 (als u zich in het grafische opstartscherm bevindt) of Alt+F1 (als u zich in de lokale tekstmodus-console bevindt) moeten gebruiken om terug te keren naar de virtuele terminal 1. Vervang F1 door de functietoets die hetzelfde cijfer heeft als het cijfer van de virtuele terminal waarin de opwaardering uitgevoerd werd. U kunt ook Alt+Pijl Links of Alt+Pijl Rechts gebruiken om te wisselen tussen de verschillende tekstmodus-terminals.
In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u uw kernel opwaardeert en worden
mogelijke problemen behandeld die met deze opwaardering verband houden. U
kunt ofwel een van de door Debian aangeboden linux-image-*
-pakketten installeren of een
aangepaste kernel compileren uit de broncode.
Merk op dat veel van de informatie uit deze paragraaf uitgaat van de aanname
dat u een van de modulaire kernels van Debian gebruikt samen metinitramfs-tools
en udev
. Indien u ervoor kiest om een aangepaste
kernel te gebruiken die geen initrd nodig heeft of indien u een andere
initrd-generator gebruikt, zal bepaalde informatie voor u mogelijk niet
relevant zijn.
Wanneer u met het commando full-upgrade de stap zet van volledige opwaardering van buster naar bullseye, wordt het sterk aanbevolen een linux-image-*-metapakket te installeren als u dit voordien nog niet deed. Deze metapakketten installeren tijdens opwaarderingen automatisch recentere versies van de kernel. U kunt nagaan of u een metapakket geïnstalleerd heeft met het commando
# dpkg -l "linux-image*" | grep ^ii | grep -i meta
Indien u geen uitvoer te zien krijgt, zult u ofwel zelf handmatig het pakket met een recentere kernelversie moeten installeren ofwel een linux-image-metapakket. Om de lijst met beschikbare linux-image-metapakketten te krijgen, geeft u de opdracht
# apt-cache search linux-image- | grep -i meta | grep -v transition
Indien u twijfelt over welk pakket u moet selecteren, moet u de opdracht
uname -r
gebruiken en zoeken naar een pakket met een
soortgelijke naam. Indien u bijvoorbeeld
“4.9.0-8-amd64
” te zien krijgt, is het
aangeraden om linux-image-amd64
te
installeren. U kunt ook gebruik maken van apt-cache om
een uitgebreide beschrijving van elk pakket te zien, hetgeen u kan helpen
bij het kiezen van het beste pakket uit de beschikbare
pakketten. Bijvoorbeeld:
# apt show linux-image-amd64
U moet dan apt install
gebruiken om het te
installeren. Nadat deze nieuwe kernel geïnstalleerd is, moet u bij de eerst
mogelijke gelegenheid het systeem herstarten om te kunnen genieten van de
voordelen die de nieuwe kernelversie biedt. Lees echter zeker eerst Paragraaf 5.1.25, “Zaken die na de opwaardering en voor het herstarten van de computer moeten
gebeuren” voor u de computer voor het eerst herstart
na de opwaardering.
Voor de meer avontuurlijk aangelegde personen staat er in Debian een
gemakkelijke methode ter beschikking om een eigen aangepaste kernel te
compileren. Installeer de broncode van de kernel die in het pakket
linux-source
te vinden is. U kunt
het deb-pkg
-target uit de makefile van de broncode
gebruiken om een binair pakket te bouwen. Meer informatie is te vinden in
het Debian Linux
Kernel Handbook, dat ook beschikbaar is onder de vorm van het pakket
debian-kernel-handbook
.
Als dit mogelijk is, heeft u er voordeel bij om het kernelpakket
afzonderlijk en los van de algemene full-upgrade
op te
waarderen om de kansen te verkleinen dat het systeem zich tijdelijk in een
niet-opstartbare toestand bevindt. Merk op dat u dit pas mag doen na het
minimale opwaarderingsproces, beschreven in Paragraaf 4.4.4, “Een minimale opwaardering van het systeem”.
Na de opwaardering kunt u verschillende zaken doen om voorbereid te zijn op de volgende release.
Verwijder pakketten als ze overbodig of verouderd geworden zijn, zoals beschreven is in Paragraaf 4.4.3, “Zorg voor voldoende vrije schijfruimte voor de opwaardering” en in Paragraaf 4.8, “Verouderde pakketten”. U moet nakijken welke configuratiebestanden zij gebruiken en erover denken om de pakketten te wissen zodat ook hun configuratiebestanden verwijderd worden. Zie ook Paragraaf 4.7.1, “Verwijderde pakketten wissen”.
Over het algemeen is het aanbevolen om verwijderde pakketten te wissen (met het commando purge van APT). Dit is in het bijzonder het geval als ze bij een eerdere release-upgrade verwijderd werden (bijvoorbeeld bij de opwaardering naar buster) of als ze door een derde geleverd waren. In het bijzonder van init.d-scripts is bekend dat deze voor problemen kunnen zorgen.
Let op | |
---|---|
Door een pakket te wissen worden over het algemeen ook de logboekbestanden ervan gewist. Misschien wilt u er eerst een reservekopie van maken. |
Het volgende commando toont een lijst van alle verwijderde pakketten waarvan er mogelijk configuratiebestanden achtergebleven zijn op het systeem (indien van toepassing):
# dpkg -l | awk '/^rc/ { print $2 }'
De pakketten kunnen gewist worden met het commando apt purge. In de veronderstelling dat u ze allemaal tegelijk wilt wissen, kunt u het volgende commando gebruiken:
# apt purge $(dpkg -l | awk '/^rc/ { print $2 }')
Indien u aptitude
gebruikt, kunt u
als alternatief voor de bovenstaande commando's ook het volgende gebruiken:
# aptitude search '~c' # aptitude purge '~c'
Worden er met bullseye veel nieuwe pakketten geïntroduceerd, dan worden er ook heel wat oude pakketten die in buster zaten met pensioen gestuurd of weggelaten. Voor deze verouderde pakketten is geen opwaardering meer voorzien. Hoewel niets u belet om desgewenst een verouderd pakket te blijven gebruiken, zal het Debian-project gewoonlijk een jaar na de uitgave van bullseye[5] de beveiligingsondersteuning ervan stopzetten en in die tussentijd gewoonlijk ook geen andere ondersteuning meer bieden. Als er alternatieven voor de verouderde pakketten beschikbaar zijn, is het aangeraden om ze door een dergelijk alternatief te vervangen.
Er kunnen veel redenen zijn waarom een pakket verwijderd werd uit de distributie: zij worden door de toeleveraar niet langer onderhouden; er is niet langer een ontwikkelaar van Debian geïnteresseerd in het onderhoud van het pakket; de geboden functionaliteit werd door andere software (of door een nieuwere versie) overgenomen; of omdat ze bugs bevatten worden zij niet langer als geschikt beschouwd voor bullseye. In dit laatste geval kan het pakket wel nog aanwezig zijn in de distributie “unstable”.
Sommige frontends voor pakketbeheer bieden een gemakkelijke manier om geïnstalleerde pakketten te vinden die op geen enkele gekende pakketbron meer beschikbaar zijn. De tekstuele gebruikersinterface van aptitude vermeldt ze onder de categorie “Verouderde en lokaal gecreëerde pakketten” en ze kunnen aan de commandoregel weergegeven en gewist worden met:
# aptitude search '~o' # aptitude purge '~o'
Het Bugopvolgingssysteem van Debian verschaft dikwijls bijkomende informatie over de redenen voor het verwijderen van een pakket. U moet zowel de bugrapporten voor het pakket zelf als de bugrapporten voor het pseudo-pakket ftp.debian.org erop nakijken.
Raadpleeg voor een lijst van voor Bullseye verouderde pakketten Paragraaf 5.3.1, “Vermeldenswaardige uitgefaseerde pakketten”
Sommige pakketten uit buster kunnen in bullseye vervangen zijn door dummy overgangspakketten, welke tijdelijke plaatsbekleders zijn, bedoeld om opwaarderingen te vereenvoudigen. Indien bijvoorbeeld een toepassing die vroeger uit een enkel pakket bestond, opgesplitst werd in verschillende pakketten, kan voorzien worden in een overgangspakket met dezelfde naam als het oude pakket en met passende vereisten die tot de installatie van de nieuwe pakketten leiden. Nadat dit gebeurd is, kan het overbodige dummypakket veilig verwijderd worden.
De pakketbeschrijving van dummy overgangspakketten vermeldt gewoonlijk welk
doel deze hebben. Deze zijn echter niet uniform; in het bijzonder zijn
sommige “dummy”-pakketten bedoeld om geïnstalleerd te blijven,
met als doel om een volledige softwaresuite binnen te trekken of om doorheen
de tijd zicht te blijven houden op de meest recente beschikbare versie van
een programma. Wellicht vindt u ook deborphan met een van
de opties van het type
--guess-
(bijv. *
--guess-dummy
), nuttig om dummy overgangspakketten
op uw systeem te detecteren.
[1] Indien de debconf-prioriteit ingesteld staat op een erg hoog niveau, onderdrukt u mogelijk configuratievragen. Echter, diensten die terugvallen op standaardantwoorden die op uw systeem niet toepasbaar zijn, zullen dan niet kunnen starten.
[2] Voorbeelden zijn DNS- en DHCP-diensten, in het bijzonder wanneer er geen redundantie of automatische doorschakeling voorzien is. In het geval van DHCP kunnen gebruikers afgekoppeld worden van het netwerk als de leasetermijn korter is dan de tijd die nodig is om het opwaarderingsproces te voltooien.
[3] Deze functionaliteit kan uitgezet worden door de parameter
panic=0
toe te voegen aan de opstartparameters.
[4] Het pakketbeheersysteem van Debian laat normaal niet toe dat een pakket een bestand verwijdert of vervangt dat eigendom is van een ander pakket, tenzij het bedoeld is om dat pakket te vervangen.
[5] Of voor zover er binnen die tijdspanne geen andere release heeft plaatsgevonden. Normaal worden niet meer dan twee stabiele releases tegelijk ondersteund.