Zoals beschreven wordt in Paragraaf 2.2, “Apparaten waarvoor firmware vereist is”, is het voor sommige apparaten noodzakelijk dat er firmware geladen wordt. In de meeste gevallen zal het apparaat zonder firmware helemaal niet werken. Soms heeft het ontbreken van firmware geen gevolgen voor de basisfuncties, maar is de firmware enkel nodig om geavanceerde functies te kunnen gebruiken.
Indien een stuurprogramma voor een apparaat firmware nodig heeft die niet beschikbaar is, zal debian-installer
met een dialoogvenster u aanbieden om de ontbrekende firmware te laden. Indien u deze optie selecteert, zal debian-installer
op beschikbare opslagapparaten zoeken naar afzonderlijke firmwarebestanden of naar pakketten met firmware. Indien de firmware gevonden wordt, zal ze naar de juiste plaats (/lib/firmware
) gekopieerd worden en zal de stuurprogrammamodule opnieuw geladen worden.
Opmerking | |
---|---|
Welke apparaten doorzocht worden en welke bestandssystemen ondersteund worden is afhankelijk van de architectuur, de installatiemethode en de fase van de installatie. In het bijzonder tijdens de vroege fases van de installatie, is de kans het grootst dat het laden van de firmware slaagt als dat gebeurt vanaf een voor FAT geformatteerde USB-stick. |
Merk op dat het mogelijk is om het laden van de firmware over te slaan als u weet dat het apparaat ook zonder die firmware zal functioneren of als het apparaat niet nodig is tijdens de installatie.
debian-installer
vraagt enkel naar firmware die nodig is voor kernelmodules die tijdens de installatie geladen worden. Niet alle stuurprogramma's werden opgenomen in debian-installer
. In het bijzonder is dat voor radeon het geval. Dit houdt in dat de mogelijkheden van sommige apparaten op het einde van de installatie niet verschillen van aan het begin van de installatie. Als gevolg daarvan kan het zijn dat van sommige onderdelen van uw hardware niet alle mogelijkheden benut worden. Indien u vermoedt dat dit het geval is, of indien u gewoon nieuwsgierig bent, is het geen kwaad idee om op het vers opgestart systeem de uitvoer van het commando dmesg na te kijken en te zoeken naar “firmware”.
Officiële installatie-images bevatten geen niet-vrije firmware. De meest gebruikelijke methode om dergelijke firmware te laden, is van een verwijderbaar medium zoals een USB-stick. Een alternatieve mogelijkheid zijn niet-officiële installatie-images met niet-vrije firmware die u kunt vinden op https://cdimage.debian.org/cdimage/unofficial/non-free/cd-including-firmware/. Wilt u een USB-stick (of een ander medium zoals een partitie van een harde schijf) klaar maken, dan moet u de firmware-bestanden of -pakketten plaatsen in de basismap (root) ofwel in een map die /firmware
heet. Het wordt aanbevolen om FAT als bestandssysteem te gebruiken omdat tijdens de vroege stadia van het installatieproces dat bestandssysteem de grootste kans maakt om ondersteund te worden.
Tar-archieven en zip-bestanden met de huidige pakketten voor de meest courante firmware zijn te vinden op:
Download gewoon het tar-archief of het zip-bestand voor de juiste release en pak het op het bestandssysteem van het medium uit.
Indien de firmware die u nodig heeft zich niet in het tar-archief bevindt, kunt u ook specifieke firmware-pakketten downloaden van (de sectie non-free van) het archief. Het volgende overzicht vermeldt de meeste van de beschikbare firmware-pakketten, maar het overzicht is niet gegarandeerd volledig en kan ook pakketten bevatten die geen firmware zijn:
U kunt ook individuele firmwarebestanden kopiëren naar het medium. Aparte firmware is bijvoorbeeld te vinden op een reeds geïnstalleerd systeem of bij de leverancier van de hardware.
Alle firmware die tijdens de installatie geladen wordt, zal automatisch gekopieerd worden naar het geïnstalleerde systeem. In de meeste gevallen zal dit ervoor zorgen dat het apparaat dat de firmware nodig heeft, ook correct zal werken nadat de computer opnieuw opgestart werd met het geïnstalleerde systeem. Indien het geïnstalleerde systeem een andere kernelversie gebruikt dan het installatiesysteem, is er een kleine kans dat de firmware niet geladen kan worden wegens een versieverschil.
Indien de firmware van een firmwarepakket geladen werd, zal debian-installer
dit pakket ook installeren op het geïnstalleerde systeem en zal het de sectie non-free van het pakketarchief ook automatisch toevoegen in het bestand sources.list
van APT. Dit heeft het voordeel dat de firmware automatisch opgewaardeerd zal worden als een meer recente versie beschikbaar wordt.
Indien het laden van de firmware overgeslagen werd tijdens de installatie, zal het betrokken apparaat wellicht niet werken op het geïnstalleerde systeem totdat de firmware (of het firmware-pakket) handmatig geïnstalleerd werd.
Opmerking | |
---|---|
Indien de firmware geladen werd aan de hand van losse firmwarebestanden, zal de naar het geïnstalleerde systeem gekopieerde firmware niet automatisch opgewaardeerd worden, tenzij het overeenkomstige firmware-pakket (als dat bestaat) geïnstalleerd wordt nadat de installatie afgerond is. |
Afhankelijk van hoe de installatie is uitgevoerd, kan het zijn dat de behoefte aan bepaalde firmware niet werd gedetecteerd tijdens de installatie, dat de betreffende firmware niet beschikbaar was, of dat men ervoor koos om bepaalde firmware op dat moment niet te installeren. In sommige gevallen kan een succesvolle installatie nog steeds eindigen in een zwart scherm of een vervormd scherm bij het opnieuw opstarten van het geïnstalleerde systeem. Wanneer dat gebeurt, kunnen de volgende tijdelijke oplossingen worden geprobeerd:
Aan de opdrachtregel van de kernel de optie nomodeset
opgeven. Dit kan helpen om op te starten in een “grafische nood”-modus.
De toetsencombinatie Ctrl+Alt+F2 gebruiken om over te schakelen naar VT2, die een functionele login-prompt kan bieden.
Eens u ingelogd bent op het geïnstalleerde systeem, is het mogelijk om de detectie van ontbrekende firmware te automatiseren evenals het uitvoeren van de vereiste stappen om deze te activeren door deze procedure toe te passen:
Het pakket isenkram-cli
installeren.
Het commando isenkram-autoinstall-firmware uitvoeren als “root”-gebruiker.
Meestal is herstarten de eenvoudigste manier om er zeker van te zijn dat alle kernelmodules juist geïnitialiseerd zijn; dat is vooral belangrijk wanneer men het systeem heeft opgestart met de optie nomodeset
als tussentijdse maatregel.
Opmerking | |
---|---|
Het installeren van firmwarepakketten vereist zeer waarschijnlijk het inschakelen van de sectie non-free van het pakketarchief. Vanaf Debian GNU/Linux 11.0, zal het uitvoeren van het commando isenkram-autoinstall-firmware dat automatisch doen door een speciaal bestand ( |