Los van de beschikbaarheid van een apparaatstuurprogramma vereist sommige hardware ook dat er zogenaamde firmware of microcode naar het apparaat geladen wordt vooraleer het operationeel kan worden. Dit komt meest voor bij netwerkkaarten of NIC's (in het bijzonder draadloze NIC's), maar bijvoorbeeld sommige USB-apparaten en zelfs sommige hardeschrijfcontrollers hebben ook firmware nodig.
Voor veel grafische kaarten is basisfunctionaliteit beschikbaar zonder bijkomende firmware, maar om van de geavanceerde functies te kunnen genieten moet op het systeem een bestand met de passende firmware geïnstalleerd worden. In sommige gevallen kan een succesvolle installatie nog steeds eindigen in een zwart scherm of een vervormd scherm bij het opnieuw opstarten van het geïnstalleerde systeem. Als dat gebeurt, kunnen enkele tijdelijke oplossingen worden geprobeerd om toch in te loggen (zie Paragraaf 6.4.3, “Het geïnstalleerde systeem voltooien”).
Op veel oudere apparaten die firmware nodig hebben om te werken, werd het bestand met de firmware door de fabrikant permanent op een EEPROM/Flash-chip op het apparaat zelf geplaatst. Tegenwoordig wordt bij nieuwe apparaten de firmware niet langer op die manier ingebed, maar moet het bestand met de firmware door het besturingssysteem van de computer in het apparaat geladen worden telkens het systeem opstart.
In de meeste gevallen is firmware niet-vrij volgens de criteria die door het Debian GNU/Linux-project gehanteerd worden en kan daarom niet opgenomen worden in de hoofddistributie of in het installatiesysteem. Indien het apparaatstuurprogramma zelf in de distributie opgenomen is en indien Debian GNU/Linux de firmware wettelijk gezien mag verdelen, zal die vaak beschikbaar zijn als een afzonderlijk pakket in de sectie 'non-free' van het archief.
Dit betekent evenwel niet dat dergelijke hardware niet gebruikt kan worden tijdens een installatie. Vanaf Debian GNU/Linux 5.0 ondersteunt debian-installer
het laden vanuit een verwijderbaar medium, zoals een USB-stick, van firmware-bestanden of pakketten met firmware. Zie Paragraaf 6.4, “Ontbrekende firmware laden” voor bijkomende informatie over het laden van firmwarebestanden of -pakketten tijdens de installatie.
Indien debian-installer
vraagt naar een firmwarebestand en u dat bestand niet bij de hand heeft of geen niet-vrije firmware wilt installeren op uw systeem, kunt u proberen om voort te gaan zonder de firmware te laden. Er zijn verschillende gevallen waarin een stuurprogramma vraagt naar bijkomende firmware omdat die onder bepaalde omstandigheden nodig is, maar waarbij het apparaat ook daarzonder op de meeste systemen werkt (dit gebeurt bijvoorbeeld bij sommige netwerkkaarten die het tg3-stuurprogramma gebruiken).